Inleiding
Een
spin vervaardigde als handwerk
een
olifant van ragfijn kantwerk.
Natuurlijk
kwam dat in de krant
als:
spin maakt olifant van kant.
Uit: Kees Stip, Het
grote beestenfeest
Wie kent ze niet? Grappige gedichtjes met een dier aan het begin en een woordspeling aan het eind: puntdichten. Vaak komt er, net als in een limerick, een plaatsnaam voor in het gedicht.
Kees Stip is een Nederlandse dichter die vooral bekend is geworden door zijn puntdichten. Hij begon rond 1950 dierenversjes te schrijven onder het pseudoniem Trijntje Fop.
De beste dierenversjes (615 stuks!) zijn
gebundeld in Het Grote Beestenfeest.
Een aantal van die versjes kom je tegen tijdens deze webquest.
In het boek staan de versjes op alfabetische volgorde. Meestal zijn deze diergedichtjes niet langer dan zes regels, maar de lenigheid in zin en woord is bijzonder groot.
In de meeste gedichten in Het Grote Beestenfeest komt naast een dier ook een plaatsnaam voor. Daarom is achterin het boek een register met aardrijkskundige namen opgenomen.
TIP!
Zoek je woonplaats op en zie welke capriolen Kees Stip ermee heeft uitgehaald.
In 1985 stelde het literaire tijdschrift De tweede ronde de Kees Stip Prijs in voor light verse. Na Stip zelf, de eerste ontvanger, werden o.a. bekroond: Drs. P, Driek van Wissen (de huidige dichter des vaderlands), Jan Boerstoel en Ivo de Wijs.