Stap 3. Oefen je presentatietechniek

 

Met een mooi verhaal ben je er nog niet. Je communiceert niet alleen verbaal, maar ook non-verbaal.

 

Verbale communicatie wil zeggen dat je een boodschap overbrengt met woorden: praten, fluisteren, roepen, schreeuwen, schrijven, e-mailen, sms’en, msn’en, lezen, enz.

 

Bij non-verbale communicatie gebruik je juist geen woorden. Hierbij kun je denken aan: lichaamshouding, gezichtsuitdrukking en gebaren, maar ook aan tekens en symbolen.

 

Gebruik lichaamstaal

Je presenteert niet alleen met woorden. Je gezichtsuitdrukking, bewegingen en gebaren communiceren ook. Met lichaamstaal zet je een boodschap kracht bij. Of doe je er juist afbreuk aan. Mensen die verbaal en non-verbaal verschillende boodschappen uitzenden, brengen anderen in verwarring over hun bedoelingen. Stemt wat je zegt niet overeen met je lichaamstaal, dan vertrouwen mensen op de non-verbale signalen en minder op wat je zegt.

 

Lichaamshouding

Met je lichaamshouding druk je uit of je open staat voor contact. Een gesloten houding (gekruiste armen, blik op het papier of blik op oneindig) maakt jou in de ogen van anderen ongeïnteresseerd. Een losse en ontspannen houding drukt betrokkenheid uit. Het geeft je publiek het gevoel dat je voor hen open staat.

 

Wat doe je met je handen?

Niet doen:

·     Je handen te veel en/of onrustig bewegen. Dit leidt de luisteraars af van je verhaal.

·     Nerveuze gebaren maken, zoals krabben aan je armen of aan je gezicht, draaien aan een ring, strijken over je haren en friemelen aan je kleding. Ook deze gebaren leiden de luisteraars af van je verhaal.

·     Let er ook op wat je met voorwerpen doet die je in je hand houdt. Er zijn mensen die steeds hun bril op en af zetten of voortdurend de pootjes van de bril open en dicht vouwen. Dit soort bewegingen kunnen de luisteraars erg afleiden. Ook het klikken met het knopje van een pen of het voortdurend lostrekken en terugplaatsen van een viltstiftdopje kun je maar beter laten.

·     Armen over elkaar, handen in de zak, handen op de heupen.

 

Eventueel doen:

Veel sprekers in het openbaar proberen hun handen onder controle te houden door ze stil te houden. Dit kan door steun te zoeken bij de tafel of bij je spiekbriefje.

 

Wel doen:

Je kunt je handen gewoon langs je lichaam houden. Veel mensen zijn bang dat ze er als een houten klaas uitzien wanneer ze deze houding aannemen. Toch is handen langs je lichaam houden in de meeste gevallen te verkiezen boven alle andere. Het is namelijk een houding die uitnodigt tot het maken van ondersteunende handbewegingen en dit maakt je presentatie levendig. Het gevoel als een houten klaas over te komen, wordt verminderd door de rest van je houding: hoofd opgericht, rug recht en schouders naar achteren.

 

Oogcontact

Maak oogcontact met het publiek. Haal je ogen van je spiekbriefje en kijk rond: laat je blik eens langs de toehoorders gaan. Als je oogcontact maakt, druk je uit dat je geïnteresseerd bent. Ga je het juist uit de weg, dan zal dat al snel worden uitgelegd als angst of onoprechtheid.

Kijk het hele publiek rond: kijk dus niet steeds in dezelfde richting (bijv. de docent), naar de grond of naar de achterwand van de ruimte.

 

Oefen je stem

De stem is de spiegel van de ziel. Je publiek hoort aan je stem of je gespannen bent of niet. Een goede, vaste stem begint met een goede ademhaling. En een goede ademhaling begint met een goede houding. Enkele tips:

·     Sta of zit met beide voeten stevig op de grond.

·     Ontspan de schouders.

·     Houd het hoofd rechtop.

·     Adem met je buik.
De zogenoemde buikademhaling zorgt ervoor dat je met minimale inspanning een maximale longinhoud vult. Hoe meer lucht je inademt, hoe meer lucht je kunt uitademen en hoe voller je stemgeluid klinkt.

·     Breng variatie in toonhoogte.
Wie de toonhoogte varieert, houdt de aandacht vast. Stembuigingen maken het prettiger voor anderen om naar je te luisteren. Een lage stem is aangenamer om naar te luisteren dan een hoge stem. Probeer bewust een toontje lager te zingen.

·     Regel je stemvolume.
Spreek luid, maar niet te hard. Zorg dat je stem de achterwand van het lokaal bereikt. Zo kunnen de mensen achterin je verstaan.